Adviezen voor beleidsmakers op het gebied van onderwijs

In de Publicatie worden aan het einde van het hoofdstuk over leren vijf samenvattende adviezen voor beleidsmakers gegeven:

  1. Maak van het volgen van inclusief onderwijs een recht voor iedereen. Hiermee wordt aangesloten bij de door Nederland geratificeerde internationale verdragen (VN-verdrag en VN-Kinderrechtenverdrag). Neem het realiseren van inclusief onderwijs op als doel in wetten, regelgeving en beleid.
  2. Het is nodig dat een stapsgewijze ontwikkeling wordt ingezet van gescheiden naar inclusief onderwijs. Om te beginnen kunnen schoolbesturen, samenwerkingsverbanden en de overheid speciaal en regulier dichter bij elkaar brengen. Door beide schoolsoorten op één locatie onder te brengen kunnen mengvormen ontstaan en wordt thuisnabij en gezamenlijk onderwijs ook mogelijk voor leerlingen die zwaardere ondersteuning en toerusting nodig hebben. Bovendien kunnen faciliteiten en expertise worden gedeeld. Ook dient inclusiever onderwijs nadrukkelijk een plaats te krijgen in het curriculum van lerarenopleidingen en nascholingsprogramma’s.
  3. Combineer het toewerken naar inclusievere onderwijsvoorzieningen met de doorontwikkeling van het speciaal onderwijs naar specialistische netwerken. Zodat leerlingen met en zonder ondersteuningsbehoefte steeds vaker naar dezelfde school kunnen, in de dezelfde klas zitten, samen spelen of elkaar ontmoeten op het schoolplein.
  4. De inclusieve route op individueel niveau kan bestaan uit een viertal stappen: (1) beschrijving van de dromen en wensen over leren en onderwijs, (2) nagaan wat voor type gewone (reguliere) school bij het realiseren van deze dromen en wensen past, (3) benoemen van de benodigde individuele ondersteuning en de voorwaarden waaraan de school en de leeromgeving moeten voldoen, (4) zoeken naar een school en leeromgeving die zo veel mogelijk aansluiten bij het persoonlijk leer- en schoolprofiel.
  5. Doe veel meer aan monitoring. Omdat inclusief onderwijs een continu proces is, moet het regelmatig worden gecontroleerd en geëvalueerd om ervoor te zorgen dat segregatie of integratie niet formeel of informeel plaatsvindt. Bij toezicht moeten ook personen met een beperking, inclusief kinderen en personen met intensieve ondersteuningsbehoeften, worden betrokken, evenals ouders of verzorgers van kinderen met een beperking.

Zie verder: Publicatie par. 7.5