Competenties van de sociaal werker die gericht is op inclusie
De Hogeschool Utrecht heeft een lijst samengesteld van tien competenties die de sociaal werker die gericht is op inclusie, zou moeten hebben (cursief de specifieke uitwerking).
- Werkt op basis van een presentiegerichte visie en houding.
=> Leeft zich in en sluit aan bij de leefwereld en het perspectief van de ander. - Is zichtbaar en gaat op mensen af.
=> Bevordert de zichtbaarheid van mensen met een verstandelijke beperking in de samenleving. - Stuurt aan op betrokkenheid en participatie.
=> Nodigt mensen met een verstandelijke beperking uit zichzelf actief te bewegen in de samenleving (buurt, gemeente, verenigingen, burgerinitiatieven, bedrijfsleven). - Beweegt zich in uiteenlopende netwerken en systemen.
=> Is in staat lokale partijen zoals gemeente, verenigingen, burgerinitiatieven, en commerciële partijen te stimuleren actieve maatschappelijke deelname van mensen met een beperking te bevorderen. - Promoot gelijkwaardigheid van mensen met een beperking.
=> Hanteert methoden van Kwartiermaken om gastvrijheid in de samenleving te bevorderen. - Heeft participatie van de cliënt en zijn naasten hoog in het vaandel.
=> Werkt zelf ‘inclusief’ in alle aspecten van het werk: Vanaf het eerste tot het laatste contact staat evenwaardige betrokkenheid en samenwerking centraal. - Verheldert wensen, vragen en behoeften.
=> Ondersteunt de cliënt bij het formuleren van de eigen wensen, doelen en ondersteuningsbehoeften. - Problematiseert niet maar zoekt actief en creatief naar oplossingen, kansen en mogelijkheden. Werkt vanuit een ontwikkelingsgerichte en oplossingsgerichte visie op hulpverlenen.
=> Is ondernemend. Versterkt op systematische wijze eigen kracht, zelfregie en participatie. Hanteert bijvoorbeeld één van de volgende methoden: Triple C, Persoonlijke Toekomst Planning (PTP), Eigen Initiatief Model (EIM), Active Support en Sociale Rol Valorisatie). - Ziet zichzelf als onderdeel van sociale netwerken. Is gevoelig voor de verhoudingen en interacties in netwerken.
=> Ondersteunt en versterkt het sociale netwerk rond de cliënt. Fungeert bijvoorbeeld als jobcoach, onderwijsassistent, familie-ondersteuner. - Maakt een verbinding tussen ‘binnen’ (bijvoorbeeld een woonvorm of activiteitenplek) en ‘buiten’ (de omgeving). Benut professionele ruimte en is ondernemend, inventief en creatief.
=> Ondersteunt de cliënt om zich te bewegen als burger in de samenleving (bijvoorbeeld stemmen bij verkiezingen, beroep doen op rechten zoals opgenomen in het VN-verdrag voor personen met een handicap). Is binnen en buiten de eigen organisatie ambassadeur voor inclusie.
Zie verder: Publicatie Wilken en Knevel, Profiel inclusiegerichte sociaal werker (2015)