De Participatiewet en de rol en verantwoordelijkheden van de gemeenten

In een overzichtelijk artikel op zijn website, beschrijft onderzoeksinstituut Movisie de stand van zaken van de Participatiewet en zet het nog even op een rij wat de rol, verantwoordelijkheden en mogelijkheden van gemeenten rond deze wet zijn. De belangrijkste zaken uit dit artikel zijn de volgende.

Doelen van de wet
  • Een van de doelen van de Participatiewet is om meer mensen aan de slag te krijgen, ook mensen met een arbeidsbeperking. De gemeente is verantwoordelijk voor mensen met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben bij arbeidsre-integratie, en waar nodig inkomensondersteuning.
  • Een ander doel van de wet is het verlenen van bijstand aan mensen ‘die in zodanige omstandigheden verkeren of dreigen te geraken dat zij niet over de middelen beschikken om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien’.
Verantwoordelijkheid gemeenten

In de wet staat dat het college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk is voor ondersteuning bij drie zaken:

  1. Het vinden van een plaats op de arbeidsmarkt door mensen met een arbeidsbeperking. Instrumenten hierbij zijn: loonkostensubsidie en loondispensatie, beschut werk en de banenafspraak tussen kabinet, werkgevers en werknemers.
  2. De verlening van bijstand.
  3. Het ontwikkelen van beleid ten behoeve van het verrichten van een tegenprestatie door bewoners die een bijstandsuitkering ontvangen. Hierbij gaat het om een onbetaalde, maatschappelijk nuttige activiteit van meestal beperkte duur en omvang.
Rol van de gemeenteraad

Op basis van de wet moet de gemeenteraad in een verordening regels voor de uitvoering vastleggen (betreft dus de kader stellende rol), onder andere ten aanzien van:

  • het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling (gericht op re-integratie)
  • de wijze waarop wordt vastgesteld wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort en de wijze waarop de loonwaarde wordt vastgesteld
  • het verrichten van werkzaamheden in een beschutte omgeving en hoe wordt bepaald wie hiervoor in aanmerking komt
  • het opdragen van een tegenprestatie
  • het aanbod van scholing of opleiding
  • de premie indien onbeloonde additionele werkzaamheden worden verricht.
  • het verlagen van de bijstand en de periode van de verlaging van de bijstand
  • het verlenen van een individuele inkomenstoeslag en een individuele studietoeslag
  • cliëntenparticipatie; gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen over verordeningen en beleidsvoorstellen.
  • regels voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

De gemeenteraad stelt periodiek een plan vast over de wijze waarop het college uitvoering zal geven aan het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

Update van activiteiten van Ministerie van SZW

Als reactie op de eindevaluatie van de Participatiewet door het SCP en de maatschappelijke onrust rondom de toeslagenaffaire kiest het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ervoor de herziening van de Participatiewet vorm te geven in het programma ‘Participatiewet in Balans.’ In het programma worden gelijktijdig langs drie sporen activiteiten ontwikkeld:

  1. In het eerste spoor wordt gewerkt aan ruim 20 wetswijzigingen die de eerste hardheden uit de wet halen.
  2. Het tweede spoor richt zich op de beleidsvoorbereiding voor de fundamentele herziening van de wet. In dit spoor wordt de wet opnieuw opgebouwd: wat zijn de doelen van de nieuwe wet en welke instrumenten kunnen het best worden ingezet om deze doelen te bereiken.
  3. In het derde spoor gaan de betrokken partners aan de slag om de beweging richting vertrouwen, menselijke maat en eenvoud bij uitvoerders te faciliteren. In dit spoor wordt een toolkit met instrumenten gemaakt die gemeenten ondersteunen en worden deze instrumenten ingezet.

Zie voor het gehele artikel de website van Movisie.

Zie ook het Programmaplan Participatiewet in Balans en de brief aan de Tweede Kamer hierover.