Hoe wil jij vrije tijd doorbrengen?
In de Publicatie staat in paragraaf 8.3 beschreven hoe de inclusieve route op het gebied van vrije tijd er voor iemand persoonlijk uit kan zien. Vrijetijdsbesteding geeft de mens gelegenheid om te ontspannen en uit te rusten, maar ook om zijn creatieve, sociale en intellectuele interesses te ontwikkelen en te gebruiken. En om te laten zien wie je bent en op te trekken met mensen uit verschillende groepen van de samenleving. En dat alles op een wijze die je geheel zelf kan kiezen.
De inclusieve route kan bestaan uit een viertal stappen:
Stap 1
Beschrijving van de wensen over vrijetijdsbesteding. Het is belangrijk dat het denken hierover niet gehinderd wordt door gedachten over mogelijkheden of onmogelijkheden. Dat komt later. Behulpzaam hierbij kunnen de eerste drie kenmerken van inclusie (participatie, sociale relaties en het toepassen van persoonlijke kwaliteiten) zijn.
- Wat is vrije tijd voor jou? Uitrusten en ontspannen? Een hobby uitoefenen? Uitgaan? Nieuwe dingen leren, (nieuwe) mensen ontmoeten?
- Welke persoonlijke kwaliteiten en sociale rollen wil je in je vrije tijd inzetten en ontwikkelen?
- Als vrijetijdsbesteding is verbonden aan een locatie buitenshuis, waaraan zou die locatie dan moeten voldoen?
Stap 2
Wat voor vormen passen bij het realiseren van de wensen uit stap 1? Wat is hiervoor nodig? Wat moet je mogelijk overbruggen om optimaal bij deze vrijetijdsbesteding te kunnen komen? Heb je iets niet dat elders gewoon is? Wat zijn hierbij de eventuele belemmeringen en drempels, hetzij in jezelf, hetzij in de context?
Om de belemmeringen en problemen in persoon en context op het spoor te komen, kan gebruik worden gemaakt van de in paragraaf 2.1 van de Publicatie besproken ICF. De in de ICF genoemde items op het terrein van vrije tijd kunnen worden ingevuld (tabel 14 in paragraaf 8.3.3 van de Publicatie). Het gaat dan enerzijds om Activiteiten en participatie, anderzijds om Externe factoren.
Stap 3
Op basis van de uitkomsten van stappen 1 en 2 kan nu een overzicht worden gemaakt van de voorwaarden en eventuele ondersteuning en hulpmiddelen die nodig zijn om de wensen te realiseren. Bij het overzicht van de benodigde ondersteuning kan gebruik worden gemaakt van de categorieën van het AAIDD-model (zie paragraaf 2.2 in de Publicatie). Die categorieën betreffen verstandelijke vermogens, adaptief gedrag, participatie, gezondheid en context. De inhoudelijke wensen, de ‘scores’ op de ICF en de benodigde ondersteuning geven samen het ‘vrije tijd en mobiliteitsprofiel’.
Stap 4
Gezocht gaat worden naar een vrijetijdsbesteding die zo veel mogelijk aansluit bij dit profiel. Voor de realisatie van de eventuele ondersteuning en hulpmiddelen kun je onderscheid maken tussen drie categorieën:
- Ondersteuning of begeleiding door mensen in het persoonlijke netwerk (vrienden, familie).
- Professionele begeleiding.
- Vrijetijdsvoorzieningen. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de drie niveaus van het VN-verdrag: algemene voorzieningen, specifieke voorzieningen en individuele aanpassingen. Het streven hierbij is om zoveel mogelijk gebruik te maken van algemene voorzieningen (openbaar vervoer) en zo min mogelijk specifieke voorzieningen (regionaal groepsvervoer) en individuele aanpassingen (taxi) in te zetten.