Hoe wil jij leren?
Hoe kan de inclusieve route op het gebied van leren en onderwijs er voor iemand persoonlijk uitzien? In de Publicatie staat dit in paragaaf 7.3.3 beschreven.
Vooraf: door de positievere invloed op de sociale ontwikkeling en de onderwijsresultaten van leerlingen stimuleert inclusief onderwijs in grotere mate de persoonlijke groei. Dit geldt niet alleen voor leerlingen met een beperking. Ook klasgenoten zonder beperking hebben baat bij een inclusieve onderwijspraktijk. Zowel de leerlingen met een beperking als de leerlingen zonder beperking zijn dan beter voorbereid op deelname aan de maatschappij. Een maatschappij waarin zij moeten samenleven en werken met mensen met verschillende afkomst, geloven, geaardheden en beperkingen.
De inclusieve route op individueel niveau kan bestaan uit een viertal stappen:
Stap 1
Beschrijving van de dromen en wensen over leren en onderwijs. Het is belangrijk dat het denken hierover niet gehinderd wordt door gedachten over mogelijkheden of onmogelijkheden. Behulpzaam hierbij kunnen drie kenmerken van inclusie zijn: participatie, beschikken over sociale relaties en het kunnen toepassen van persoonlijke kwaliteiten) zijn. Je kunt ze hanteren als een soort format of checklist:
- Wat zou je graag willen leren, ook in relatie tot wat voor werk je later zou willen doen?
- Waaraan moet de onderwijslocatie voldoen? Moet het een gebouw zijn of ook iets anders?
- Hoe nabij jouw woonhuis wil je naar school? Wat wil je waar het gaat om het omgaan met anderen: hoe belangrijk is dat je vrienden op school hebt met wie je ook na school graag wil omgaan?
- Welke persoonlijke kwaliteiten en sociale rollen wil je in het leren en onderwijs inzetten en ontwikkelen?
Stap 2
Wat voor normale (reguliere) school past bij het realiseren van de dromen en wensen uit stap 1? Wat is hiervoor nodig? Wat moet je mogelijk overbruggen om optimaal bij dit gewone schoolleven te kunnen komen? Heb je iets niet dat elders gewoon is? Wat zijn hierbij de eventuele belemmeringen en drempels, hetzij in jezelf, hetzij in de context?
Om de belemmeringen en problemen in persoon en context op het spoor te komen, kan gebruik worden gemaakt van de ICF (zie de Publicatie, paragraaf 2.1). De in de ICF genoemde items op het terrein van onderwijs kunnen worden ingevuld in de tabel. Het gaat dan enerzijds om Activiteiten en participatie, anderzijds om externe factoren.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Stap 3
Op basis van de uitkomsten van stappen 1 en 2 kan nu een overzicht worden gemaakt van de benodigde individuele ondersteuning en de voorwaarden waaraan de school en de leeromgeving moeten voldoen. Bij het overzicht van de benodigde ondersteuning kan gebruik worden gemaakt van de categorieën van het AAIDD-model: verstandelijke vermogens, adaptief gedrag, participatie, gezondheid en context (zie de Publicatie, paragraaf 2.2). De inhoudelijke wens, de ‘scores’ op de ICF en de benodigde ondersteuning geven samen het ‘persoonlijk leer- en schoolprofiel’.
Stap 4
Gezocht gaat worden naar een school en leeromgeving die zo veel mogelijk aansluiten bij dit persoonlijk leer- en schoolprofiel. Voor de realisatie van de eventuele ondersteuning en/of aanpassingen die voor het wonen nodig zijn, kan gebruik worden gemaakt van de drie niveaus van het VN-verdrag: algemene voorzieningen, specifieke voorzieningen en individuele aanpassingen. Het streven hierbij is om zoveel mogelijk gebruik te maken van algemene voorzieningen (regulier onderwijs) en zo min mogelijk specifieke voorzieningen (speciaal onderwijs) en individuele aanpassingen in te zetten.