Vervoer

Rolstoel, hulphond of aangepaste auto moeilijk te bemachtigen; Tamar moest ervoor vechten

Een rolstoel, hulphond, gehoorapparaat of aangepaste auto aanvragen die je nodig hebt vanwege een beperking: het zou niet moeilijk moeten zijn, maar dat is het wel. Die conclusie trekt het College voor de Rechten van de Mens in een nieuw rapport. En dat is helaas geen nieuws voor de mensen die elke dag te maken hebben met de instellingen en wetten die bepalen of zij wel of niet een hulpmiddel krijgen. “Alsof ik mijn aangepaste rolstoel alleen maar wilde omdat hij heel duur was”, vertelt Tamar Doorduin.

Ze heeft genoeg ervaring met de stroperigheid waarmee het aanvragen van hulpmiddelen soms vergezeld gaat. De Utrechtse heeft de aandoening POTS en heeft daarom een speciale rolstoel nodig. “Het komt erop neer dat ik niet zo lang overeind kan zijn. Als ik te lang overeind ben, gaat er niet genoeg bloed naar mijn hoofd en ga ik in de stress-stand, met hoge hartslag en andere ellende.”

Doorduin heeft dus een rolstoel nodig waarbij haar benen horizontaal kunnen blijven. Toen ze die aanvroeg bij de gemeente was die snel akkoord. Het ging mis bij de leverancier die moest zorgen dat de rolstoel er ook echt kwam. “Voor ik ging aanvragen bij de gemeente had ik mijn research gedaan. Maar het eerste waar ik tegenaan liep, was dat de leverancier mijn onderzoek niet heel serieus leek te nemen. Dus ik kreeg een andere rolstoel, waar wel mijn benen omhoog konden maar de rugleuning niet aangepast kon worden waardoor ik rugpijn kreeg. Het duurde lang voor ze me serieus namen.”

Maatwerk

Het voorbeeld van de Utrechtse is een goed voorbeeld van het gebrek aan maatwerk dat de onderzoekers van het College voor de Rechten van de Mens tegenkwamen. “Uit de consultatie van representatieve organisaties van mensen met een beperking blijkt dat maatwerk nog onvoldoende wordt geleverd. Gezien het VN-verdrag Handicap is dit zorgelijk.”

Doorduin is het dan ook eens met een aanbeveling uit het rapport dat er beter moet worden gekeken naar wat iemand nodig heeft. “Als ze vanaf het begin hadden meegedacht, had dat erg geholpen. Ze schoten snel in een kramp. Alsof ik de rolstoel alleen maar wilde omdat hij heel duur was. Maar je wil gewoon een fatsoenlijk hulpmiddel.”

Door het gedoe met de leverancier zat de Utrechtse lang zonder goede rolstoel en was ze grotendeels aan huis gekluisterd. De gemeente had daar ook best wat assertiever mogen zijn in het zoeken naar een oplossing, vindt Doorduin. “De gemeente verschuilt zich dan een beetje achter de leverancier, maar zij zijn opdrachtgever en hebben de meeste macht.”

‘Rechtsongelijkheid door versnippering’

Het voorbeeld van Doorduin klinkt Liorah Hoek van Wijrollen.nl, een online platform voor mensen die gebruikmaken van een rolstoel, bekend in de oren. Zij wijst ook naar de versnippering in de zorg als oorzaak van de problemen met het krijgen van een goede rolstoel, hoorapparaat of hulphond. “De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is zo versplinterd dat er sprake is van rechtsongelijkheid. In gemeente A krijg je makkelijk dingen vergoed maar in gemeente B niet.”

Ook het feit dat hulpmiddelen soms onder de ene wet vallen, en soms onder een andere wet, leidt volgens Hoek tot rare situaties. “Als je voor je werk of studie hulpmiddelen nodig hebt, moet je dat aanvragen bij het UWV. Ik ken een vrouw in een rolstoel die voor haar studie eerst een taxivergoeding had maar toen besloot het UWV dat het goedkoper was om een aangepaste auto te maken. Da’s dus een auto van laten we zeggen 40.000 euro. En die moet je dan na de studie inleveren, want alles is in bruikleen. Zo’n zelfde soort auto kan ze dan wél weer vergoed krijgen via de Wmo. Die auto is helemaal op maat gemaakt voor die vrouw en wordt nu dus waarschijnlijk verkocht voor onderdelen of zoiets.”

Hoek heeft ook persoonlijke ervaring met het probleem. “Ik ben zelf slechtziend. Dan heb je aanpassingen voor het werk nodig, zoals aparte software. Maar je kan niks aanvragen tot het contract getekend is en het duurt zo drie maanden voor de spullen er zijn. Dus je moet werk vinden waar je pas over drie maanden begint. En als je dan ander werkt vindt, moet je het inleveren. Maar die oogziekte gaat nergens heen dus ik kan het net zo goed houden. Dan kan ik beter solliciteren.”

‘Centraal punt voor aanvragen’

Het College voor de Rechten van de Mens komt ook met aanbevelingen om de situatie te verbeteren. Eén daarvan is al genoemd: lever vaker maatwerk. Maar ook is het volgens het rapport nodig dat er één centraal loket komt voor het aanvragen van hulpmiddelen.

Dat lijkt Liorah Hoek een goed idee. “Dan heb je ook niet zo’n overgang van het UWV naar de Wmo. Nu moet je sommige hulpmiddelen aanvragen via de zorgverzekeraar, sommige via het UWV, sommige via de Wmo, en sommige via de Wet langdurige zorg. Het is een bos waar je als burger je weg in moet zoeken. Kafka draait zich om in zijn graf en denkt: dat boek van mij was nog mild. Het kan nóg bureaucratischer.”

Iedereen heeft namelijk recht op goede hulpmiddelen, benadrukt het College voor de Rechten van de Mens nog eens op de Internationale dag van mensen met een beperking. Dat recht is zelfs vastgelegd in het VN-verdrag Handicap dat Nederland vijf jaar geleden ondertekende.

En dat het belangrijk is, weet Tamar Doorduin als geen ander. Inmiddels heeft ze de goede rolstoel, maar daarvoor zat ze een jaar grotendeels thuis. “Nu met corona klagen veel mensen over wat ze allemaal niet kunnen, maar ik kon die hele periode nog veel minder dan dat. En de overheid leek het wel prima te vinden. Dan voel je je echt een tweederangs burger.”

Bron: RTV Utrecht, 3 december 2021

Lees het rapport hier: CRvdM, 2021

Lees meer over mobiliteit en vervoer in paragraaf 8.2.3 van de Publicatie.