Voorwoord

We willen in ons land meer inclusie, dat wil zeggen een samenleving waarin er voor niemand obstakels zijn en worden ervaren om – naar behoefte en vermogen en op eigen gekozen wijze – mee te kunnen doen. Een samenleving waarin iedereen, ongeacht zijn achtergrond of situatie (leeftijd, huidskleur, culturele achtergrond, gender, inkomen, talenten, levensbeschouwing, seksuele voorkeur of beperkingen), er als vanzelfsprekend bij hoort, ervaart dat hij erkend en geaccepteerd wordt en contact kan maken met zijn omgeving.

Waarom willen we dat? Omdat we weten dat mensen beter worden van inclusie, zij hierdoor een grotere kwaliteit van leven gaan ervaren. Inclusie sluit immers aan op de basisbehoeften van de mens. Iedereen wordt er beter van, ook de mensen die geen hinder ondervinden in hun dagelijks functioneren als burger. Geven om en zorg hebben voor elkaar maakt gelukkiger en geeft een basis aan een tolerante maatschappij omdat er verbinding is. Ook wordt de zorg er betaalbaarder door en kan zij daardoor bijdragen aan een duurzamere maatschappij waar voor iedereen plaats is in zijn eigenheid en waarin iedereen als burger een bijdrage kan leveren. Inclusie heeft dus een grote meerwaarde voor de samenleving.

Daarom heeft inclusie betrekking op iedereen, op ons allemaal. Speciale aandacht gaat in onze samenleving de laatste jaren uit naar inclusie voor mensen die op dit punt achterblijven. Mensen die als gevolg van (de combinatie van) bepaalde redenen – zoals immigratie, werkloosheid, beperkt onderwijs, minder vermogen, laag inkomen, slechte gezondheid – sociaal en economisch buiten de boort vallen en vaak te maken hebben met exclusie. In de politiek en onder tal van dienstverlenende en vertegenwoordigende organisaties is een beweging gaande die meer inclusie wil voor juist deze mensen.

De realisering van inclusie gaat echter traag, zij stuit op veel drempels en weerstanden. Vaak komen die voort uit niet weten hoe de weg naar inclusie kan worden afgelegd. Kennis over inclusie – en de bundeling en vertaling daarvan naar de praktijk – kan helpen om deze drempels en weerstanden te slechten.

Een bevolkingsgroep waarbinnen van oudsher veel sprake is van exclusie zijn mensen met een fysieke, verstandelijke en/ of psychische beperking. Al decennia lang is in de zorg en ondersteuning aan deze mensen inclusie een belangrijk thema. Mede daardoor is er hier veel kennis over inclusie ontwikkeld. Die kennis kan ons helpen in het realiseren van meer inclusie voor iedereen, te meer omdat een belangrijk kenmerk van de zorg en ondersteuning aan mensen met een beperking is dat zij levenslang en levensbreed is. Hieraan ontlenen deze zorg en ondersteuning hun gezag en legitimiteit: de vraag wat je in iedere levensfase en op afzonderlijke levensdomeinen voor het realiseren van inclusie moet kennen, kunnen en ondersteunen, en welke context daarbij past, kan voor een belangrijk deel worden beantwoord met kennis en kunde die is ontleend aan de zorg en ondersteuning van mensen met een beperking.

In onze studie verzamelen en ordenen we deze kennis over inclusie en maken die bruikbaar voor de brede praktijk. Dus niet alleen voor de verdere route naar inclusie van mensen met een beperking maar juist ook voor de weg naar inclusie van iedereen.

In deze publicatie hebben wij onze bevindingen neergelegd.

Martin Schuurman en Anke Visserman

Januari 2023