Perverse prikkels in de doorstroom naar betaald werk
De oud-studenten van Academie Spelderholt draaien een serieuze werkweek, gemiddeld 26 uur per werk. Mede daarom roept de situatie van een aantal oud-studenten werkzaam in de dagbesteding de vraag op waarom zij niet werken met loonwaarde. Analyse van deze casussen maakt duidelijk dat het systeem de ontwikkeling eerder belemmert dan bevordert. Zo zijn er afspraken tussen vso-scholen en aanbieders van dagbesteding. Verder blijken ouders terughoudend om het gesprek aan te gaan over loonvormend werk uit angst voor de mogelijke consequenties van een dergelijke stap. Veel ouders zouden het graag anders zien, maar vrezen de mogelijke gevolgen voor de Wajong. Verder zijn ze bang de huidige werkgever tegen de haren in te strijken en hebben ze twijfels over de begeleiding die hun kind zal krijgen. Ook wijzen ze erop dat het amper loont. Ouders tellen hun zegeningen: hun kind werkt nu met plezier en de dagbesteding kunnen ze betalen vanuit de Wlz.
Daarnaast hebben aanbieders van dagbesteding weinig of geen belang bij opstroom naar betaald werk. Wanneer het systeem de ontwikkeling naar betaald werk minder zou belemmeren en meer zou stimuleren, dan zou de groei in zelfstandigheid in werk,
zoals gerealiseerd tijdens het ontwikkelingstraject op de academie, mogelijk meer kunnen renderen. En zouden mogelijk meer studenten in staat zijn om loonvormende arbeid te verrichten, wellicht via de arbeidsmatige dagbesteding.
Bron: Van der Woude e.a., 2020. Deze casus staat ook in de Publicatie, paragraaf 6.2.1.