Werken

Hoe wil jij werken?

In de Publicatie staat in paragraaf 6.3.3 beschreven hoe een inclusieve route op het gebied van werken er voor iemand uit kan zien.

Uitgangspunt bij inclusie op het gebied van arbeid is de mens die deelneemt aan het arbeidsproces en duurzaam werk uitvoert dat zowel voor hemzelf als maatschappelijk loont. Een inclusieve arbeidsmarkt is een toegankelijke markt, waarop iedereen naar vermogen participeert, met gelijke behandeling, gelijke kansen op passend en relevant werk en een eerlijke beloning. Een belangrijke hulpmiddel in de vormgeving van een werk carrière is de zogenoemde Participatieladder, een hiërarchie van participatievormen gerangschikt naar de mate waarin participatie binnen de maatschappij mogelijk is. Participatieladders worden onder andere door gemeenten gebruikt, in het bijzonder waar het gaat om arbeid.

De inclusieve route op het gebied van arbeid kan er voor iemand persoonlijk als volgt uitizien: 

Stap 1 

Beschrijving van de dromen en wensen over werk. Wat verlangt iemand als werksituatie, wat is het ideale soort werk om de eigen kwaliteiten toe te passen en zich in het werk te kunnen ontwikkelen? Het is belangrijk dat het denken hierover niet gehinderd wordt door gedachten over mogelijkheden of onmogelijkheden. Behulpzaam hierbij kunnen de kenmerken van inclusie zijn, als een soort format of checklist: 

  • Wat voor werk geeft jou optimaal gelegenheid om deel te nemen aan de leefgemeenschap en de maatschappij?
  • Hoe belangrijk is het omgaan met andere mensen daarin? Vormen relaties die je in het werk hebt en kan aangaan een onderdeel van de dromen en wensen?
  • Welke persoonlijke kwaliteiten en sociale rollen zou je in het werk willen en kunnen inzetten en ontwikkelen? 
Stap 2 

Toepassing van de Participatieladder. Wat voor normaal leven past bij het realiseren van de dromen en wensen uit stap 1? Wat is hiervoor nodig? Wat moet je overbruggen om optimaal bij dit gewone leven te kunnen komen? Heb je iets niet dat in dit werk elders gewoon is? Wat zijn hierbij de eventuele belemmeringen en drempels, hetzij in jou als persoon, hetzij in de context? 

Om de eventuele belemmeringen en problemen in jezelf of in de context op het spoor te komen, kan gebruik worden gemaakt van de ICF, zie publicatie paragraaf 2.1. De in de ICF genoemde items op het terrein van werk en werkgelegenheid (zie tabel 6) kunnen worden ingevuld. Het gaat dan enerzijds om Activiteiten en participatie, anderzijds om Externe factoren. 

Tabel 6: Overzicht van de items in de ICF die betrekking hebben op werk 


Klik op de afbeelding voor een vergroting

Stap 3 

Op basis van de uitkomsten van stappen 1 en 2 kan nu een overzicht worden gemaakt van de benodigde individuele ondersteuning en de voorwaarden waaraan de context moet voldoen. Bij het overzicht van de benodigde ondersteuning kan gebruik worden gemaakt van de categorieën van het AAIDD-model uit paragraaf 2.2 (verstandelijke vermogens, adaptief gedrag, participatie, gezondheid en context).  De inhoudelijke wens, de ‘scores’ op de ICF en de benodigde ondersteuning geven samen het ‘persoonlijke werkprofiel’.

Stap 4 

Gezocht gaat worden naar werk dat een-op-een aansluit bij het persoonlijke werkprofiel. Voor de realisatie van de ondersteuning, resp. aanpassingen die voor de uitoefening van de functie nodig zijn, kan gebruik worden gemaakt van de drie niveaus van het VN-verdrag: algemeen beleid, specifiek beleid en individuele aanpassingen. Dit kan leiden tot allerlei vormen van functies en werkzaamheden. Bijvoorbeeld in relatie tot ‘job carving’.