In de nieuwsbrief van Movisie van 15 september 2022 is Henk Beltman, projectleider bij Zorgbelang Inclusief, aan het woord over de toegankelijkheid van onze democratie. Hij vertelt dat van de ongeveer twaalfduizend volksvertegenwoordigers en bestuurders in ons land slechts 0,5 procent een beperking heeft, tegenover 10 tot 15 procent van de overige Nederlanders. Deze groep neemt dus niet of nauwelijks deel aan politieke of bestuurlijke functies.
Een belangrijke reden hiervan is dat mensen met een beperking met een aantal knelpunten te maken krijgen als ze politiek actief willen worden. Beeldvorming is daar één van. Men voelt zich niet altijd serieus genomen (het bekende voorbeeld: niet degene in een rolstoel, maar de begeleider wordt aangesproken). Verder spelen onbekendheid met deze mensen en gebrek aan technische ondersteuning in openbare functies (van schrijftolken tot leesapparatuur) een rol.
Mensen met een verstandelijke beperking worden sowieso over het hoofd gezien omdat zij niet zouden beschikken over het kennisniveau en de vaardigheden voor politieke en bestuurlijke functies. Dat is ook zo, maar vergeten wordt dat zij tal van andere bijdragen aan de politiek kunnen leveren: als deelnemer aan een partijvergadering, in de verkiezingscampagne, als steunfractielid, enzovoorts.
Deze analyse is juist. Jammer is wel dat Henk Beltman en Movisie het hierbij laten. Want wat moet er gebeuren om hierin verandering te brengen? Bijvoorbeeld: doet de Vereniging Nederlandse Gemeenten wel genoeg hiervoor? En de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, met haar visie 2030 waarin het helemaal om inclusie draait? Hoe kunnen we hen pushen om van het democratisch recht van mensen met een beperking een punt te maken?